"Voorzitter, leden van de raad, geachte aanwezigen,

'We kunnen nu tegen een stootje' is een uitspraak van wethouder Bolten n.a.v. het uitkomen van de programma-begroting. Ik vind dit een zeer prikkelende titel en ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om de proef op de som te nemen.

Ik wil beginnen over het aardse slijk want dat is toch het eerste waar je aan denkt als het over de begroting gaat. Het is goed nieuws dat de lasten voor de inwoners van Delft slechts beperkt stijgen. De meeste heffingen stijgen met slechts 1,2%. De OZB stijgt dankzij gezamenlijke inspanning van de oppositie met 1,75% i.p.v. 2,75%. Het gemeentebestuur heeft hiermee aangetoond dat zij serieus werk maakt van haar streven om te dalen op de lijst van dure grote gemeenten. 

De andere kant van de medaille is de financiële status van de gemeente. Wij vinden dat de programmabegroting een te positief beeld schetst. In de begroting staat dat financiële weerstand is opgebouwd en dat is onjuist. Het zou juist zijn om te stellen dat de gemeente Delft bij nader inzien toch meer vet op de ribben heeft dan in eerste instantie gedacht.  Wat is er namelijk gebeurd: de verschillende reserves zijn niet geïndexeerd en kritisch bekeken. Hierdoor is veel geld vrijgekomen dat is gebruikt binnen de exploitatie en voor de verhoging van de algemene reserve van 15 miljoen naar 25 miljoen.

Het moge overigens duidelijk zijn dat mijn fractie het op zich een  goede zaak vindt dat de aanbeveling van de accountant en de commissie voor de rekening om de reserves tegen het licht gehouden zijn is opgevolgd. Hetzelfde geldt voor het beter gefundeerd in kaart brengen van de risico’s.

Desondanks blijven wij vraagtekens houden bij de omvang van diverse reserves. Wat ons betreft komen sommige posten en bedragen wat uit de lucht vallen, en is het soms moeilijk om het realiteitsgehalte te beoordelen (b.v. als gesproken wordt over "kan" en "naar verwachting" etc). Wat betreft de risicoprofielen zijn wij blij dat een eenvoudige en standaardmethode gekozen is (risico = kans x effect). Ook vinden wij het een goede zaak dat onderscheid wordt gemaakt tussen "structurele" en "incidentele" risico’s. 

Van de centen wil ik overstappen naar de mensen in onze stad. Mijn fractie ziet dat er veel initiatieven zijn om ervoor te zorgen dat  mensen hun talenten kunnen inzetten voor de samenleving. Wij vinden het een goede zaak dat de aanpak van dak- en thuislozen breder is dan het tegengaan van overlast en dat deze mensen worden begeleid bij het vinden van een plaats in de samenleving. Verder zijn wij wij blij met het opstarten van projecten voor de opvang van ex-gedetineerden, de verhoging van de draagkrachtgrens voor de bijzondere bijstand en initiatieven op het terrein van opvoedings ondersteuning.

Aan de invoering van de WMO willen wij op dit moment geen aandacht besteden. In 2007 blijft de situatie gelijk aan die van 2006. Het komende jaar vindt de discussie plaats over de nieuwe opzet van de verordening. In gesprek met alle betrokkenen willen wij onze mening vormen over zaken als glijdende schalen en het aantal zorgaanbieders dat geselecteerd wordt.

Met het jeugd- en jongerenbeleid zijn wij niet onverdeeld gelukkig. De realisatie van goed lopende buurthuizen lijkt een doel op zich te worden. Tijdens de jongerendebatten ongeveer een half jaar geleden is ons gebleken dat de meeste jongeren niet zoveel op hebben met buurtcentra maar in de begroting lezen wij dat er weer geld bijgaat en dat jongeren naar deze voorzieningen toegeleid gaan worden. Het lijkt ons verstandig om meer van de behoefte van de jongeren te kijken en daar op in te spelen in plaats van de jongeren kost wat het kost de buurtcentra in te willen krijgen. 

Een ander punt van kritiek is de wijze waarop jongeren worden voorgelicht. Het JIP verschaft veel nuttige informatie aan jongeren over zaken als geld, gezondheid wonen etc. Echter op een aantal terreinen is de informatievoorziening nogal eenzijdig. Ter illustratie de tekst in het nieuwste boekje van het JIP over drugs. Daar wordt in de inleiding gesteld dat veel jongeren experimenteren met drugs en staat op de volgende bladzijde  dat de uitwerking van drugs onvoorspelbaar is in het bijzonder als je gaat mixen. Wat ons betreft moet er meer aandacht worden besteed aan het feit dat drugs, waaronder alcohol sowieso schadelijk zijn.

Voor jeugd en jongeren is lezen ook heel belangrijk en veel jongeren vinden dat overigens ook nog steeds hartstikke leuk en zo ben ik aangeland bij de bibliotheek. Het komende jaar vindt een discussie plaats over het ambitieniveau van de bibliotheek en moet de financiering  structureel goed geregeld worden. Mijn fractie is voorstander van een sobere en doelmatige bibliotheek waarbij een goede toegankelijkheid, een ruime boeken collectie en bij voorkeur gratis internet het belangrijkste zijn. 

Op het terrein van cultuur wil ik verder nog de aandacht vragen voor museum Paul Tétar van Elven. Een alleraardigst museum dat jaarlijks circa 7000 bezoekers ontvangt en dat bovendien alle groepen 7 en 8 van de Delftse scholen in het kader van het Kunstmenu ontvangt. Momenteel dreigt een daling van de activiteiten door het vertrek van de huidige directeur/conservator die deze werkzaamheden grotendeels vrijwillige basis verricht. Mijn fractie zal een motie indienen waarin het college wordt opgedragen om bij het uitwerken van de cultuurvisie met het museum tot een oplossing te komen.

Vervolgens wil ik in deze algemene beschouwingen nog een algemeen punt aan de orde stellen en dat is de consistentie en betrouwbaarheid van het openbaar bestuur. Naar onze mening heeft het  gemeentebestuur op dit terrein de afgelopen periode tweemaal een flinke deuk opgelopen en dan doel ik op de keuze voor het stadskantoor en de inzet van vrijwilligers.

Het is merkwaardig dat het college inzet op verdergaande democratisering door  de invoering van het burger initiatief en de verlaging van de drempel voor het houden van een  referendum maar dat een belangrijke beslissing als de keuze voor een stadskantoor annex station niet aan het hoogste democratische orgaan, de gemeenteraad, wordt toevertrouwd.

Ook de wijze waarop met vrijwiligers wordt omgegaan doet het vertrouwen in de gemeentebestuur geen goed. Aan de ene kant wordt beweerd dat we vrijwilligers heel belangrijk vinden en dat we ze  ondersteunen. Aan de andere kant dreigen vrijwilligers zomaar aan de kant geschoven te worden als het college denkt dat festiviteiten als sinterklaas en bevrijdingsdag anders en beter georganiseerd kunnen worden.  Consistentie en betrouwbaarheid zal  de komende jaren dan ook onze volle aandacht moeten hebben.

Tenslotte wil ik nog als afsluiting van mijn bijdrage het gemeentebestuur bij al het werk Gods zegen toewensen omdat ik geloof dat wij nog zo hard kunnen werken maar dat wij daar uiteindelijk van afhankelijk zijn. 

Ik dank u voor uw aandacht."

Hieronder de ingediende motie:

Motie museum Paul Tétar van Elven

De gemeenteraad van Delft in vergadering bijeen op 2 november 2006,

overwegende dat

• museum Paul Tétar van Elven een uniek museum is vanwege haar historische interieur dat hoog op de lijst van van de honderd mooiste authentieke en best bewaarde historische interieurs in Nederland staat;

• het museum zijn bestaansrecht in Delft duidelijk bewezen heeft door de sterk gestegen bezoekersaantallen en de ontvangst van alle groepen 7 en 8 van de Delftse scholengemeenschappen in het kader van het kunstmenu;

• een daling in de activiteiten dreigt door het vertrek van de huidige

directeur/conservator die haar werkzaamheden voor 2/3 op vrijwillige basis verricht,

draagt het college op bij de uitwerking van de cultuurvisie met het museum tot een oplossing te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Harold van Til

ChristenUnie-SGP