Zondag accudag - Column
Ineens stond het onderwerp weer op de agenda, verstopt, dat wel. De winkeltijdenverordening moest worden gewijzigd in verband met de regelgeving rond de avondwinkels. STIP en de VVD maakten echter dankbaar gebruik van de bespreking om voor te stellen de zondagsopenstelling wat verder op te rekken.
Sinds 1984 mogen winkels steeds vaker en langer open op zondag1). En elke keer als het debat hierover oplaaide volgde dezelfde conclusie: minder beperking aan zondagsopenstelling. In Delft was de laatste wijziging in 2013 en sindsdien mogen winkels elke zondag van 09.00 tot 20.00 open.
Het is lastig in dit debat het bredere perspectief te beschouwen. De argumenten zijn in al die jaren nauwelijks veranderd en draaien vooral om de vrijheid, of juist de indirecte beperking van ondernemers en werknemers. Toch begint naarmate we meer toegaan naar het wegvallen van de zondag als aparte dag ook een ander aspect mee te spelen: hoe belangrijk is ritme en rust voor onze samenleving?
In 2015 schreef toenmalig Denker des Vaderlands Marli Huijer het boek ‘Ritme – Op zoek naar een terugkerende tijd’2). Hierin benoemt ze vanuit haar seculiere wereldbeeld het belang van de zondag als ‘accudag’ en het belang van onderscheid tussen alledaagse en onalledaagse dagen. Tevens wijst ze op een groeiend aantal niet-kerkelijke mensen dat zich achter zondagsrust schaart en die er voor pleiten de zondag een andere dag te laten zijn dan de donderdag of vrijdag. Minder consumentistisch, meer gericht op sociale activiteiten en ontspanning. Dat je hierin niet individueel een afweging kunt maken staat voor haar ook vast.
Hiermee krijgt het debat over zondagsopenstelling een andere wending. Het gaat niet om een religieuze club die de samenleving haar wil op wil leggen (iets dat, dat wil ik best toegeven, in het verleden te vaak is voorgekomen), maar om een zoektocht naar hoe we als samenleving onze rustmomenten of ‘accudagen’ cultiveren. Op zoek naar een gezamenlijk ritme om te werken, en te ontspannen.
In dat licht is de zondag niet een dag waarop niets mag, maar een dag waarop niets hoeft. Een dag waarop je tijd neemt voor familie en vrienden (die dan dus ook vrij zijn). Een dag dat je even loskomt van de dagelijkse beslommeringen. Om dat waardevolle aspect van onze cultuur niet te verliezen, is het nodig dat we hier ook in regelgeving aandacht aan blijven besteden. Hebben we die paar extra uurtjes open winkels echt zo nodig? Of is vrijheid juist die ene dag in de week samen even niets te hoeven?
Sytse Alkema