Algemene Beschouwingen 2013 - ChristenUnie Delft

Hart van Delftdonderdag 17 oktober 2013 23:04

Voorzitter,

Afgelopen dinsdag was ik getuige van iets heel moois. Onze dochter zette haar eerste stapjes los - een magisch moment. Wat was ze trots. En wij ook. Het enthousiasme van haar ouders, en haar grote broer en zus, zijn voor haar een stimulans om het steeds opnieuw te proberen, ookal valt ze keer op keer.

Voorzitter, vanavond bespreken we een begroting, waarin gezocht wordt naar manieren om de Delftse samenleving op steeds meer terreinen op eigen benen te laten staan. De overheid wil een stapje terugdoen. De samenleving krijgt meer ruimte. Dat is een beweging, waar de ChristenUnie vanuit haar visie op de samenleving en de bescheiden rol van de overheid, van harte achter staat. De ChristenUnie gaat uit van de kracht en verantwoordelijkheid die mensen hebben om zich te in te zetten in de samenleving en zich te ontplooien in relatie met de ander.

Ook in Delft is te zien waartoe de samenleving zelf in staat is. Week in week uit zijn mensen actief als vrijwilliger, op scholen, in verenigingen, in verpleeghuizen, enzovoorts. Dag in dag uit staan mantelzorgers klaar voor hun partner, hun vader of hun moeder. En ook als de overheid het laat afweten, blijken burgers verantwoordelijkheid te willen dragen. Een groep bewoners in Voorhof neemt een buurthuis over. Een gezin dat geen kant op kan, omdat ze geen verblijfsvergunning hebben, maar ook geen laisser passez, wordt gehuisvest en door de kerk financieel onderhouden. De Nieuwe Kerk start met de renovatie – ookal halveerde de gemeente haar bijdrage en gaat zelf de resterende 3 miljoen euro bijeen brengen. Kortom: de samenleving leeft, al is het anders dan vroeger. Oude verbanden van familie en wijk verdwijnen en daar dienen we ons bewust van te zijn.  

De noodzaak om meer taken aan de samenleving over te dragen is groot, omdat er nog steeds, en steeds meer, bezuinigd moet worden. Het college is zo eerlijk om te vertellen dat de helft van de nieuwe bezuinigingen voortkomt uit de onze grondposities in Harnaschpolder en Spoorzone. Het is van groot belang dat we daar transparant over zijn. Het is goed dat het college maatregelen neemt om deze risico’s af te dekken door het versterken van de weerstandscapaciteit. Maar dat we daardoor op allerlei terreinen in deze stad weer extra moeten bezuinigen, blijft een treurige zaak.

Ook zonder bezuinigingsopgaaf is de ChristenUnie voorstander van een kleine overheid. Dat zou dan wat ons betreft gepaard moeten gaan met lagere lasten. Op langere termijn missen we dat perspectief.

De samenleving mag meer op eigen benen staan. Ik keer even terug naar het beeld van onze dochter. Nu ze leert lopen is een aantal dingen van belang: ik zet een stap terug om haar uit te nodigen om stappen te zetten (- ik bied ruimte), ik zie wat ze doet en laat haar merken dat ik haar zie ( - ik ben zichtbaar) en til haar op als ze valt (- ik creëer een vangnet). Ik besef me dat het beeld mank gaat, daarover later meer. Maar toch: met dat beeld voor ogen kijken we naar de samenleving en de voorliggende begroting. Bieden we ruimte? Is de samenleving, zijn de burgers echt in beeld, en vangen we diegenen op die uitvallen?

Ruimte bieden

Dit college wil op diverse terreinen toe naar een regierol. Zo wil ze het Centrum voor de kunsten, de VAK, verzelfstandigen, het stadsbeheer hervormen, buurthuizen afstoten, waterspeeltuinen en kinderboerderijen overdragen aan private partijen. Hoe zorgen we ervoor dat dit de samenleving echt ten goede komt? De ChristenUnie plaatst daarbij de volgende kanttekeningen:

  1. Ten eerste: Van groot belang is dat partijen voldoende middelen en voldoende zeggenschap krijgen. De gemeente is (met de VNG) kritisch op het Rijk over de forse bezuinigingen die worden ingeboekt op de decentralisaties, en maakt zich hard voor voldoende beleidsvrijheid. Deze houding moet worden doorvertaald in de overdracht van taken van gemeente aan de samenleving: doen we dat met genoeg geld, en hebben mensen genoeg zeggenschap? De stad is immers niet van de overheid, maar van de samenleving. De overheid opereert ten dienste van die samenleving.
  2. Ten tweede: Er moet ruimte zijn voor wat voor burgers zelf belangrijk is. Ook als zaken niet horen bij de kenniseconomie, de participatiesamenleving of bij sport, kunnen ze voor gewone mensen van groot belang zijn. De gewone burgers in de gewone wijken verdienen ook aandacht. Ook naar hen moet worden geluisterd. Dan is het de vraag of de samenleving echt zit te wachten op innovatieve speeltuinen. Of dat ze liever willen dat er voldoende speelplekken zijn in de wijk, die ook worden onderhouden.
  3. Ten derde: Als we ruimte bieden, moeten we niet met twee maten meten: de kenniseconomie, studenten en de binnenstad pamperen, en de rest van de stad vooral confronteren met afbraak van voorzieningen. Het college kiest ervoor om structureel in de kenniseconomie te investeren. Hoewel we blij zijn dat het college, op ons aandringen, steeds duidelijker maakt welke (bescheiden) rol de lokale overheid daarin heeft, vragen we ons toch nog steeds af wat er zou gebeuren als we deze investering niet zouden doen. De markt pakt dit ook prima op én weet vaak beter dan de overheid wat er nodig is. Om in het beeld te blijven: als ik mijn dochter dure schoenen geef, gaat ze daar nu echt beter van lopen?
  4. Ten vierde: Ruimte bieden kan door via subsidies bepaalde initiatieven te stimuleren. Het subsiediekader van Delft is wat de ChristenUnie betreft echter aan een grondige herziening toe.
  5. Ten vijfde: Eén van de zaken die de gemeente wil stimuleren (vanwege haar grondposities in Harnaschpolder en Spoorzone) is de woningbouw. Als het college Collectief Particulier Opdrachtgeversschap wil stimuleren (en dat betekent veel ruimte voor eigen initiatief), dan zou ze dat kunnen doen door de bouwleges voor dergelijke initiatieven te verlagen. In deze begroting wordt een bezuiniging op de leges doorgevoerd, maar de belastingverordening, waarin verwerkt wordt welk effect dit heeft op de bouwleges, is nog niet beschikbaar. Het streven naar kostendekkendheid doet vermoeden dat het college de tarieven laat stijgen. En, net als twee jaar geleden, maken we daar bezwaar tegen.
  6. Ten zesde: In de overdracht van taken moet de overheid naast de samenleving staan, en niet er tegenover. Dat was wel het beeld dat we kregen in de overdracht van het buurthuis in Voorhof. Het is erg mooi dat het gelukt is, maar dat leek meer ondanks, dan dankzij de overheid. Wat de ChristenUnie betreft moet het zo dus niet.

Zicht hebben op


Als we de samenleving ruimte willen geven om zelf actief te zijn, moeten we goed inzichtelijk krijgen wat er in de samenleving gebeurt. Zodat ook duidelijk is wat het effect is van maatregelen die we nemen. Van bezuinigingen, maar ook van investeringen. Hoe weten we of al die investeringen in combinatiefunctionarissen effectief zijn, als we niet bijhouden wie daarvan gebruik maken en of ze dat zonder die fuctionaris niet hadden gedaan. Hoe weten we wat het effect is van alle maatregelen in de Wmo als we twee jaar wachten op een landelijke effectmonitor, die er uiteindelijk niet blijkt te komen. Hoe weten we straks wie er buiten de boot vallen als alle decentralisaties zijn doorgevoerd?

De decentralisaties zijn, wat de ChristenUnie betreft, kansrijk, omdat ze de mogelijkheid bieden om de zorg dichtbij cliënten te organiseren, en om taken te combineren. De lokale overheid staat immers het meest dichtbij de burger – heeft de burger in beeld. Helaas zien we dat het effect tot nu toe vooral is, dat het college de blik naar buiten richt: in de regio. Want, zo zegt de wethouder (ook deze week nog) we hebben bestuurskracht nodig om afspraken met zorgaanbieders te maken. Dan zet je de organisatie dus weer op afstand van de burger. Een beweging die haaks staat op de gedachte achter de decentralisaties. We vinden het zorgwekkend dat er blijkbaar zulke grote marktpartijen in de regio actief zijn, dat je daar als middelgrote stad niet sterk genoeg tegenover zou staan. Zo zijn wethouders en bestuurders van organisaties flink met elkaar in de weer. En de burger / de zorgvrager? Hoe komt die weer in beeld? En, hoe zorgen we ervoor dat de politiek juist op dat sociale domein door kiezers afgerekend kan worden op de keuzes die gemaakt worden? Kan dat nog als we dat samen met vier of negen andere gemeenten doen?

Opvangen en verder helpen


Er moet een goed vangnet zijn. Daarom heeft de ChristenUnie zich altijd hard gemaakt voor een ruimhartige ondersteuning van minima, maar ook voor goede schuldhulverlening. Daarom moet er voldoende budget zijn voor bijzondere bijstand. Ook rijksbezuinigingen treffen mensen hard, en daarom heeft staatssecretaris Klijnsma juist onlangs geld voor gemeenten beschikbaar gesteld om mensen te ondersteunen, als vangnet onder het landelijk beleid. We begrijpen niet hoe dit college dan juist op de bijzondere bijstand denkt te kunnen bezuinigen. De ChristenUnie krijgt daar graag de komende maand meer duidelijkheid over want anders kunnen wij niet instemmen met een bezuiniging op de bijzondere bijstand.
In alle veranderingen in het sociale domein zal blijken dat er mensen buiten de boot dreigen te vallen. We moeten hen in beeld krijgen, opvangen en voldoende buffer creëren om maatregelen te kunnen treffen.

Voorzitter, ik heb een vergelijking gemaakt met de eerste stapjes van mijn dochter, en de samenleving. Het beeld gaat mank: de samenleving kan namelijk al lang lopen. Wel hebben we misschien delen van de samenleving in een spreekwoordelijke wandelwagen gezet: om initiatieven verder te helpen, maar ook om risico’s te voorkomen. Het wordt tijd om de wandelwagens die we hebben gecreëerd te parkeren, maar wel met de kanttekeningen die ik daar zojuist over heb gemaakt. En daar moet duidelijkheid over geschapen worden. Daarbij hoort het besef dat er ruimte is, en moet zijn, om te vallen. We kunnen niet alle risico’s uitsluiten.

De taak van de overheid is uiteindelijk te zorgen voor rechtvaardigheid en voor de echt kwetsbaren. In bijbelse taal zijn dat de weduwen en de wees. Mensen die er alleen voor zijn komen te staan, zonder vangnet, sociaal of financieel. Vergis u niet, er hoeft niet veel te gebeuren, of je bent het zelf, weduwe, of wees. Uiteindelijk ligt daar de kern van onze taak. Dat kost geld. Inderdaad. Soms veel. Maar het kost vooral ook aandacht.

We mogen geïnspireerd worden door de man, die al bijna 2000 jaar lang mensen beweegt om ten dienste van de naaste actief te zijn in de samenleving. Dat deed Hij niet door te zoeken naar bestuurskracht. Hij ging niet naar Rome (over een metropoolregio gesproken…) maar hij opereerde een groot deel van de drie jaar dat hij actief was in Galilea, een gebied dat door velen als achterlijk werd bestempeld. Daar ontmoette hij mensen. Juist die mensen die in de samenleving van die tijd niet in tel waren, en niet gemakkelijk konden participeren: kinderen, vrouwen, chronisch zieken, gehandicapten, belastingfraudeurs en prostituees. Als iemand mensen in Eigen Kracht kon zetten, was Hij het wel.

In navolging van Hem willen we als ChristenUnie actief zijn in, en ten dienste van de Delftse samenleving. We zullen het college steunen in de mooie, bescheiden en ingewikkelde verantwoordelijkheid die zij daarin draagt. We wensen haar daarbij Gods zegen.

Joëlle Gooijer
Fractievoorzitter ChristenUnie Delft

Delft, 17 oktober 2013

« Terug

Reacties op 'Algemene Beschouwingen 2013 - ChristenUnie Delft'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.